Door Tineke Schermerhorn
Op 24 oktober 2022 overleed Nel Wezel, waarmee ons een knipicoon is ontvallen. Nel werd geboren in Bergen (NH). Met haar man en later hun twee dochters woonden ze in de prachtige boerderij De Lepelaar in de Beemster. In 1965 verhuisden ze naar Alkmaar, naar het Polderhuis. Een geweldige woning met de prachtige polderkamer voor Nel, tot de nok toe gevuld met allerlei handwerkspullen en papier, hoewel toch erg opgeruimd.
In de Beemster was Nel lid van de Plattelandsvrouwen (thans: Vrouwen van Nu), zag dat er kniples werd gegeven, schreef zich in en kreeg les van Jannie (Jantje III) de Jong-Brouwer en van To van Waning. Nel verwachtte bij Jantje III les in patroonknippen, maar het bleek om papierknippen te gaan. Ze vond het direct geweldig. Al snel ging ze zelf lesgeven via de Plattelandsvrouwen, maar later ook via het Nivon in Heiloo en andere instellingen. Nels missie was om het ambacht van papierknipkunst over te dragen. Ze wilde dat het ambacht bleef bestaan en gaf dat graag door.
Nel gaf bijna heel Noord-Holland les in papierknippen en deed dat met niet aflatend enthousiasme. Leerlingen waren onder andere Janna van Zuijlen en Annie Langedijk. In Janna zag Nel een gepaste opvolgster voor het uitdragen van de papierknipkunst. Met Annie Langedijk volgde een levenslange vriendschap.
Nel kon goed uitleggen hoe de vlakverdeling het beste kon zijn, waarom dit of dat toch beter zwart of juist wit kon of net dat hoekje eraf. Boeiend, beeldend en betrokken liet ze leerlingen afbeeldingen uit de krant of uit een tijdschrift analyseren en gaf dan aan hoe die afbeelding in zwart-wit overgedragen kon worden.
Symboliek was een belangrijk thema in haar knipwerken. Langwerpige knipsels, dubbelgevouwen, hadden haar voorkeur. Dat knipte namelijk zo lekker bij de kachel. Ze hoefde daar niet bij na te denken, dat ging vanzelf. Nel droeg de volkskunst een warm hart toe, wat onder meer tot uiting kwam in de voorbeelden die ze aandroeg in haar lessen: broodplanken, haardschermen, uleborden, geboortelepels en zo meer.
Moderne knipwerken vond ze bijzonder en gebruik van kleur knippen interessant, maar persoonlijk hield zij het bij het zwart-wit knippen met volkskunstmotieven.
Nel was breed georiënteerd en geïnteresseerd in knipkunstuitingen, nationaal en internationaal. Dit alles betrok zij bij haar lessen.
Tijdens de lessen, op braderieën of waar ze ook was om het knippen te demonstreren, gaf Nel alle knipwerken die ze ter plekke maakte weg. Zodoende hebben alle cursisten wel een knipseltje van haar. En op het einde van de cursus ontvingen ze een kaart met de tekst die typerend is voor de ruimhartigheid van Nel: ‘Die op elke fout nauwkeurig let. Zo neem de schaar verbeter het’.
De drie stelregels van Nel waren:
- Teken het liefst niet tevoren. Nel schatte ieders voorstellingsvermogen erg hoog in. Als je iets goed bekeek, dan vormde je daar zelf een intern beeld bij en dat knipte je dan ‘gewoon’. Ik ben bang dat ze velen ernstig overschatte. Ze had in elk geval zelf een enorm voorstellingsvermogen, daarom kon zij ‘gewoon’ van alles uit haar hoofd knippen. Maar was je niet met datzelfde voorstellingsvermogen toegerust en was tekenen toch wel handig, dan vond Nel dat prima, omdat ze zag dat het beter werkte dan zonder tekenen.
- Goed kijken, overal kun je inspiratie uit halen. De onderwerpen liggen gewoon op straat.
- En misschien de belangrijkste stelregel: laat je niet beïnvloeden door anderen. Naknippen is oké als je even wilt nagaan hoe iets in elkaar zit, maar geef er daarna je eigen draai aan. Zelfexpressie, eigenheid en originaliteit waren erg belangrijk voor Nel. Ga je eigen gang, met jouw eigen kwaliteiten, alles is goed, er zijn geen wettelijke regels, als het maar uit jezelf komt.
Ik zou daar aan willen toevoegen: beleef vooral heel veel plezier aan het knippen.
Nel Wezel is 93 jaar geworden.
De biografische gegevens over Nel Wezel zijn onder meer afkomstig uit het interview voor de Knip-Pers dat Ieke Boosman had met Nel Wezel in 2007.
In herinnering
Door Annie Langedijk
Er was een avond met de Plattelandsvrouwen en Suus Messchaert belde me: ‘Annie heb je het gelezen, kniples van Nel Wezel’. Suus was betrokken bij het Westfries kostuum en kende Nel daarvan. Zo is het begonnen, met een grote groep. Eerst een hartje knippen, niet tekenen, herhalen, dan snap je het vanzelf. Suus en ik hadden en er meteen veel plezier in. Na zes lessen de winterstop en volgend jaar begonnen we weer opnieuw. Nel was een goede lerares, ze kon het goed uitleggen. Elke keer kregen we een opdracht waarna iedereen op zijn eigen wijze knipte. De groep werd kleiner, de ruimte groter en de koffie duurder. Mijn huis is klein, maar rekt aan alle kanten mee, dus hup naar het Hoenderpad. In de ochtend even de tafels en stoelen verzetten, twee kopjes koffie kostten 50 cent en dat is altijd zo gebleven. We hebben veel gedaan samen. Knipdagen organiseren met de knipsters van Texel, want daar gaf Nel ook les. Tesselaren zijn net als wij: je bedenkt iets en dan gewoon doen. Dagen met Heerhugowaard en Texel, een zaterdagknipdag. Hier hebben we Nel tot Opperknipster benoemd. Naar het Betje Wolffmuseum in Middenbeemster, het Westfries Museum in Hoorn, in de bieb, in het stadhuis, overal werd geknipt. Het is te veel om alles op te schrijven. We hebben altijd heel veel plezier gehad en tot rond 2005 heeft ze hier les gegeven. Altijd had ze iets nieuws bedacht, iets dat ze onderweg zag of net had gehoord of gelezen en wij hebben er altijd van genoten.